Verslag onder het gedicht

 

Ter nagedachtenis aan Piet. Geboren in 1797, gestorven omstreeks 1864.

 

Het licht gezien op 17-11-2014

 

Als klein jongetje werd je geboren puur en rein,

Wat wist jij nu van welke gevaren er konden zijn,

Je leventje pril en puur

Werd besmet, verwoest, met obscuur

 

Loslaten, je wist niet hoe dat moest,

Vergeven, dat woord al maakte je woest,

Van ellende dan maar aan de drugs en drank

Iedereen die van je hield afstotend, tegen wil en dank

 

Als klein jongetje werd je geboren puur en rein,

Wat wist jij nu van welke gevaren er konden zijn,

Van negatieve energieën en positieve,

Van die kleine naïeve werd je een grote agressieve

 

Meer en meer kreeg het de macht over jou,

Machteloos stond je buiten in de kou,

Langzaamaan, steeds killer en meer verbitterd,

Momenten vergetend die je had geschitterd.

 

Als klein jongetje werd je geboren puur en rein,

Wat wist jij nu van welke gevaren er konden zijn,

Je zou er zelf wel mee afrekenen,

Je wist niet dat dit je 150 jaar lang zou tekenen,

 

Het was niet de juiste manier,

Dus bleef je al die tijd hangen hier,

Toen we je tegenkwamen

Bleek je je vreselijk te schamen

 

 

Als klein jongetje werd je geboren puur en rein,

Wat wist je nu van welke gevaren er konden zijn,

Een inzicht hebben we je gegeven zo klein,

Vergeving is je geschonken, zo fijn.

 

Toen je snapte hoe het moest,

Maakte het woord je niet meer woest,

Het werd je bevrijding, na zo lange tijd,

Eindelijk, een wonderlijk afscheid.

Rust in vrede

 

 

Vandaag ga ik langs bij Anne. Als ik bij haar binnenkom zie ik, na een tijdje, een vrouw naast de tafel staan en een man achter Anne.

De vrouw naast de tafel blijkt een oudtante te zijn. Die had geen goede band met de oma van Anne. Die heeft haar altijd heel erg zwart gemaakt en daar heeft de oma van Anne nog steeds last van.

 

De oudtante maakt flink drama, dat ze zo’n spijt heeft en veel bij haar oma is om te proberen het goed te maken. Ik zeg dat ik haar wel wil helpen, maar dat ze dan eerst de hand van Anne vast moet houden om te laten voelen dat ze er is. Dat wil ze wel en dat kan ze wel, zegt ze, maar ze doet het niet.

 

Dus neem ik weer even pauze en drinken en praten we wat over andere zaken. Ondertussen voel ik dat die tante erg opdringerig wordt. De ware aard van de tante komt dan door, want ze is erg egoïstisch en echte spijt lijkt toch wel ver te zoeken. Ze komt meer voor zichzelf, als dat ze echt komt om haar schoonzus te helpen. Anne herkent alle karaktertrekken die ik van haar tante opnoem. Dat ze een opdringerig persoon is die graag haar zin doordrijft. Dat het treiteren van haar oma voortkwam uit jaloezie en dat ze thuis in haar huwelijk de broek aanhad.

 

Ik weet niet goed wat ik ermee aan moet. Alle vragen worden ook heel zwak beantwoordt door de pendel. Hij komt de binnen cirkel bijna niet uit. Ik heb de oudtante even weggestuurd en probeer verder te komen met een andere man die zich nog liet zien. Die zegt dat hij de broer van de opa van Anne is. Ook daar kom ik niet veel verder mee.

 

Anne vraagt of dat haar opa Gerrit heette, want dat weet ze niet zeker meer. De pendel geeft een zwakke nee aan. Op het moment dat mij te binnen schiet dat het misschien Gert is, zegt Anne dat ook al helaas. Ze is me net voor. De pendel geeft daar een ja op. Hij heet Gert.

 

Haar opa heeft niet veel toe te voegen aan het geheel. Hij staat steeds achter Anne en kijkt tevreden. Het is een rustige man, vergevingsgezind en maakt zich niet zo snel druk. Anne herkent dat.

 

Ondertussen nemen we steeds wat pauze omdat ik niet goed weet wat ik met deze reading aan moet. Er komt niet echt wat uit naar voren en de antwoorden blijven maar heel zwak doorkomen en daardoor zit ik ook nog 2x fout met iets en dat vind ik helemaal niet okay.

 

Anne zegt dat het misschien komt door haar spanningsveld. Ik pendel en vraag of het daardoor komt. Nee dat is het niet, hooguit voor 30%. Dan schiet me iets te binnen. “Zijn er negatieve energieën?” ja die zijn er. Anne kijkt verschrikt. Ik zeg haar dat ze niet bang hoeft te zijn. Dat we gaan kijken waar het vandaan komt.

 

“Is het van een persoon?” Ik krijg een sterke ja. Ik krijg ook een sterke ja dat het een man is en dat het een familielid is van Anne. Het blijkt alleen een ver familielid.

 

De entiteit hangt als een donderwolk boven ons allebei. Anne merkt het gelijk. Ze voelt een drukkend gevoel op haar borst. Ik ook en ik voel dat het ijs- en ijskoud wordt. Mijn oogleden worden gewoon naar beneden gedrukt, zo zware wolk hangt er om ons heen.

 

Anne herkent het gevoel. “Dit gevoel heb ik meer” zegt ze. “Aha dat verklaart een hoop! Het is iemand. Iemand die dood is en vast zit.”

 

Anne zegt : “Ja nu ook weer, dat gevoel dat ik moet huilen. Dat had ik vanmorgen ook, heb ik nog zitten huilen en ik wist niet waar het vandaan kwam, want ik heb in principe niks om voor te huilen.” Ik krijg het gevoel ook.

 

Ik vraag aan deze persoon hoe lang hij al dood is en dat blijkt al meer dan 150 jaar te zijn. Het is dus echt een ver familielid en heeft geen zin om te achterhalen waar hij vandaan komt.

 

Dan komt het heel helder door in mijn hoofd. “Hij heeft iemand vermoord” zeg ik tegen Anne. Ik stel haar gerust dat ze niet bang hoeft te zijn. Dat hij niet voor niets doorgelaten wordt. Dat zielen van zichzelf niet slecht zijn, maar last kunnen hebben van negatieve energieën. In het leven, waardoor ze misdrijven begaan en na de dood kunnen ze dan niet over als ze daar nog steeds mee lopen.

 

Anne knikt, maar is wel een beetje angstig. Ik vraag de pendel of het de bedoeling is dat we deze man helpen. Dat is de bedoeling. We houden even rust, maar de entiteit drukt heel erg op ons. Hij wil heel graag praten.

 

“Hij had een drank of drugsprobleem” weet ik dan ook te vertellen. Daardoor denkt Anne dat het misschien verre familie van haar exman is, omdat het in die familie voorkomt en in de hare niet. Alleen dit blijkt niet zo te zijn. Het blijkt echt verre familie van haar te zijn.

 

Ineens voel ik een hand op mijn keel “Hij heeft iemand gewurgd”, daarom voel ik ook steeds die druk op mijn oogbollen. Dat gebeurt als je iemand wurgt.

 

Het verdriet komt nu weer flink omhoog. Ik huil omdat de entiteit huilt .. “Dat beeld draag ik al 150 jaar met me mee, dat verdwijnt niet” zegt hij.

 

Anne kijkt verbaasd en zegt “Ja dat, die hand om de keel, dat voel ik ook regelmatig! Dan is het net of iemand mijn keel dicht wil knijpen.”

 

“Nee, hij wil jou niet vermoorden Anne, hij wil niemand vermoorden, hij zoekt contact. Hij draagt dit met zich mee. Hij komt om in het verdriet en schaamte voor wat hij heeft gedaan. Hij heeft ontzettend veel spijt. Echte spijt” . Dit is trouwens iets wat ik niet van tevoren wist. Dat Anne hier last van had. Ze had mij dit nooit verteld. Zij dacht dat het iets was wat aan haar lag.

 

Dan komt de rest van het verhaal eruit. Hij heeft als kind een vorm van mishandeling meegemaakt en kon dat niet verwerken. Daardoor is hij aan de drugs gegaan. “Verdovende middelen” zegt hij letterlijk. Op een avond is hij daarvan zo van het padje geraakt, dat hij dacht degene voor hem te zien die hem in zijn jeugd mishandeld had. Alle onderdrukte woede en verdriet kwam er toen uit en hij heeft die persoon toen gewurgd. Alleen had die persoon hem nooit wat gedaan. Ik vroeg de entiteit of het zijn partner was, maar dat was niet zo.

 

Anne heeft dezelfde vorm van mishandeling meegemaakt blijkt. En dan blijkt dat de entiteit zich daar ook verantwoordelijk voor voelt. Dit soort dingen werkt als een ketting. Je wordt slachtoffer en kunt het niet loslaten, dan wordt je weer dader enzovoorts. Uiteindelijk is Anne dus ook een slachtoffer geworden. Alleen heeft Anne het wel los kunnen laten en is niet opnieuw dader geworden.

 

“Hij heeft heel veel respect voor jou en voelt zich verantwoordelijk voor wat jij hebt meegemaakt.” Anne zegt dat hij zich daar niet verantwoordelijk voor hoeft te voelen.

 

We praten een tijd met de entiteit en leggen hem uit hoe hij de zelfhaat, zelfmedelijden, schaamte, verdriet, schuldgevoel etc. los moet laten. Dat hij ook een slachtoffer geweest is.

 

Dan voelen we langzaam aan de spanning in de lucht zakken. Het wordt weer wat warmer in de kamer.

 

“Maar ja je hebt de buitendeur ook dichtgedaan, dus dat scheelt ook.” zeg ik

 

“De buitendeur? Die is nooit open geweest hoor.” zegt Anne.

 

Alle kou kwam dus echt van die entiteit af. Het was alsof we in een vrieskist zaten, zo koud was hij. Ik dacht dat ik de vorige keer bij Freddy een koude entiteit gevoeld had, maar deze was nog veel kouder. Anne voelt ook dat de druk in de lucht afzwakt. Ze ervaart alleen nog een pijn op haar borst.

 

“Maar ja misschien is dat normaal, door de spanning.” zegt ze

 

“Nee dat is het niet” Ik zoek bij de entiteit naar nog meer negatieve spanning.

 

“Oh hij voelt zich bezwaard, bezwaard dat jij last van hem hebt en dat jij hem nu helpen moet.”

 

Volgens Anne hoeft hij dat niet te voelen.

 

Ik leg de entiteit uit, dat zolang hij zich bezwaard voelt, Anne er last van zal houden. Dus hij moet ook dat loslaten.

 

Al vrij snel zegt Anne dan dat de pijn op haar borst ook verdwenen is. Ze heeft alleen nog wat hoofdpijn, maar dat kan wél normaal bij zo’n intensieve reading.

 

De entiteit is nu al een hele tijd geen grote donderwolk meer die om ons heen hangt maar geslonken tot een normaal formaat en ik zie er nu wel een mens doorheen. Die kon ik eerst niet zien zeg maar door die enorme wolk met negatieve energie die om hem heen hing en hij maar vast bleef houden.

 

Omdat ik geen naam weet, zouden we hem Piet noemen. Die naam kwam gelijk in mijn hoofd op, maar ik heb geen idee of hij ook echt zo heet.

 

Ik ga in de gaten houden of hij de overgang wel heeft kunnen maken en ik ga in de gaten houden of Anne nu niet meer zoveel last heeft van spontane huilbuien, beklemmend gevoel, slapeloze nachten en extreme vermoeidheid.

 

Na een aantal uur vraag ik of Piet al over is, ik krijg een ‘nee’ , maar dat het hem waarschijnlijk wel gaat lukken. Dat hij alles aan t verwerken is en dat ik het nog te snel vraag.

 

Nog een uur later voel ik Piet als ik thuis ben. Ik krijg een jaartal door 1797. Ik vraag Piet of hij dan geboren is. Ik krijg een zwakke ja. Hij weet het niet zeker meer, het is te lang geleden. Het jaartal komt me gewoon enorm bekend voor en het voelt zo. Ik vraag dan of hij de eeuwwisseling heeft meegemaakt en dat is een sterke ‘ja’. Daar is hij van overtuigd.

 

Dan praat ik nog een beetje met hem. Ik voel de rust in hem. Een totaal ander persoon als die ik die ochtend had ontmoet in Anne haar huis. Ik check zijn energie en voel geen negatieve energie meer. “Vergeven ook gelukt?” vraag ik hem. “ja, zelfs dat, maar weet je het was gewoon niet zo moeilijk meer, toen ik eenmaal snapte hoe het werkt.”

 

“Okay dan, maar je bent er nog niet helemaal” weet ik te vertellen.

 

Hij reageert verschrikt: “Hoe bedoel je?”

 

“Je moet nog over, naar t licht”

 

“Maar waar is dat dan?”

 

“Nou daarboven!” Ik wijs omhoog

 

“Waar dan?” zegt hij nog eens.

 

Dan word ik blij, want ik voel dat dit het moment is. Wat een prachtig, emotioneel en ontroerend moment. Ik ben zó echt zó, ontiegelijk, onwijs dankbaar dat ik dit soort dingen mee mag maken.

 

Dus ik zing lachend:”” Hoog Sammie, kijk omhoog Sammie, want daar is de regenboog!”

 

Dan geef ik drie knipjes met mijn vingers en wijs omhoog. En daar gaat hij. Ik ben zo ontzettend ontroerd en emotioneel, dat dit gelukt is en dat ik hem zelf naar boven mag sturen, dat tranen over mijn wangen biggelen van ontroering en klap in mijn handen voor hém. Dat het hem gelukt is. Na 150 jaar! ! Ik voel zijn blijdschap en zijn opluchting, de bevrijding. Hij is ontiegelijk blij.

 

Vind je het gek. … Als je 150 jaar hier ronddoolt met zo’n wolk van negatieve energieën om je heen, zo koud als een ijskast, Steeds die aanblik voor je, van wat je hebt gedaan, steeds het trauma van wat je is overkomen. Ook al was dat nog ondergeschikt bij hem. De pijn die hij een ander aan heeft gedaan, hield hem vele malen meer bezig als de pijn die hem aangedaan was en dat kenmerkt een goed persoon ook al was de daad nog zo slecht.

 

Er bestaan geen slechte zielen, alleen besmette zielen. Besmet door het kwaad en ze zijn te helen en te reinigen.

 

Nog even hoor ik hem daarna “Je vond het helemaal niet erg om te doen? Ik was je helemaal niet tot last?”

 

“Welnee! Ik vind dit het allermooiste wat er is om te doen!! Ik vind het prachtig, ik zou het allerliefste alleen nog maar dit soort dingen doen”

 

“ Ik was je dus echt niet tot last?” Zegt hij nogmaals verbaasd

 

“Nee, absoluut niet! Ik heb het met liefde gedaan, dit is het allermooiste wat een levende ziel mee kan maken. Het is machtig. Werken met positieve energie, is zó ontzettend mooi!”

 

Ja ik zou het nog doen, al zou het me mijn eigen zielenleven kosten. Als ik dat zou weten, dan ging ik er nog mee door. Zo gedreven ben ik. Zo overtuigd ben ik. Zo graag doe ik dit. Dat komt vanuit het diepste van mijn hart en ziel en ik zou mijn eigen leven ervoor geven. Zonder één keer twijfelen.

 

 

 

02-12-2014 Anne gesproken. Ze heeft geen last meer van Piet. Heel soms komt hij nog kijken, maar dat is niet meer zo bedrukkend als eerst. Ik had haar dit ook gezegd, dat hij nog kon komen, maar juist om haar te beschermen en te helpen. Ze heeft geen last meer van de huilbuien, ze slaapt goed. Ze is dankbaar voor wat ik daar die dag met haar heb gedaan. De laatste week heeft ze Piet helemaal niet meer gevoeld.

 

Ik ook niet, dus ik ga nu even vragen hoe het gaat met Piet en waar Piet is. Ik heb Piet zojuist gesproken en alles gaat goed met Piet, maar Piet zegt dat hij niet goed weet waar hij naartoe moet. Hij heeft nog geen contact met zijn familieleden gehad en toen voelde ik angst. Oh jee Piet is nog bang voor t contact met zijn familie. Het blijkt dat ook Piet nog in een tussenfase zit. Hmmm er zijn dus echt twee manieren van overgang. Ik heb hem gezegd om morgen terug te komen, dan doen we een reading met Tanja en dan gaan we eens met hem kijken of we hem kunnen helpen om ook die laatste stap te maken.

 

Voor de zekerheid ben ik nog maar eens gaan controleren of we Piet wel mogen helpen. Ik heb daarvoor aan mijn gids gevraagd of ik iemand van boven kon spreken. Eerst kwam er een soort ‘regelaar’, maar die wist het niet. Hij zei dat hij wel wist wie daar wel over ging en toen kwam er nog iemand, maar die wist het ook niet of het de bedoeling was.

 

Ik vroeg toen of ik Piet wel mag helpen “Ja hoor, heel graag” zei hij. Ik vroeg :”Helpen jullie zelf ook wel mensen die vastzitten?” “Ja de hele dag door” zegt hij.. Ik zeg:”Okay maar wat is er dan met deze mensen?” “Daar is het nog niet bij gelukt, dus we zijn heel erg blij met jullie hulp. Iedereen die overgaat is goed.”

 

Fijn om te weten. We mogen dus áltijd helpen als het gaat.

 

03-12-2014 Langzaam begin ik te begrijpen wat er gebeurt is. Piet mocht wel degelijk helemaal over. Hoefde helemaal niet naar de tussenfase, maar hij durft gewoon die poort niet door. Die staat gewoon open voor hem. Kan het ook wel begrijpen. Hij zal zijn familie vast het een en ander aangedaan hebben, maar ook die hadden niet over gekund als ze het hem niet vergeven hadden. Ben benieuwd wat er vanavond uit gaat komen. Heb eigenlijk nog wat mensen in de planning staan. Eentje die vanzelf heeft aangeklopt, een zelfmoordenaar. Die wacht al een week op contact, maar soms heb ik ook andere dingen te doen helaas. We zullen zien 🙂 Hopelijk kunnen we vanavond wat meer mensen helpen dan 1.

 

’s avonds praat ik samen met Tanja met Piet. We roepen een familielid van hem erbij. Hij is erg bang ervoor en wil eigenlijk vluchten, maar blijft toch hangen. Het familielid blijkt hem allang vergeven te hebben en wil hem graag meenemen naar boven. Piet blijft echter bij ons hangen. Na hem drie keer gezegd te hebben dat hij mee moet gaan met dat familielid, maar hij toch blijft hangen zeg ik dat ik nog 1 keer tot 10 tel en het dan klaar is. Hij blijft dan bij Tanja hangen. Dan roep ik een begeleider om hem op te halen. Ik ben er klaar mee. We gaan een andere reading doen en daarna vraag ik hoe het met Piet gegaan is en die is toch met zijn familielid meegegaan. Goed afgelopen dus 🙂

 

De volgende dag wil ik Piet op afstand naar een kennis sturen om die kennis te laten maken met een entiteit. Piet wil er wel heen, maar is nog een beetje angstig. Hij geeft aan het eng te vinden zonder mij. In eerste instantie voelt die persoon wel de luchtdruk opkomen en omschrijft inderdaad het zware gevoel op de oogleden welke Piet veroorzaakt. Alleen maakt die persoon dan wat harde of plotselinge geluiden en is Piet dan afgeschrikt. De kennis hoort dan wat kraken in de t.v. en het blijkt dat hij inderdaad in de t.v. gevlucht is. Hahaha die Piet! Hij wil het wel nog een keer proberen, maar hij is duidelijk te bang. Ik laat hem maar met rust, Piet moet nog steeds veel verwerken. Dus laten we maar geen spelletjes spelen met vermoeide spirits die hun energie in belangrijkere zaken moeten steken.