De mens wordt door zijn intelligentie en vermogen tot het verschaffen van kennis, verder weg van zijn intuïtie gedreven.

We hebben ze nog wel en dagelijks worden onze keuzes nog steeds beïnvloedt door intuïtie, maar dat ontkennen we. We zijn van mening dat we al onze keuzes weloverwogen en verstandelijk maken, daarmee onze gevoelens in acht nemend.
Niets is minder waar, maar daar gaat dit stukje niet over.

Dit stukje gaat over mijn lichtwerk. Hoe doe je dat nu? Hoe weet je nu hoe je met die pendel moet zwaaien om bepaalde krachten weg te nemen? Hoe weet je nu waar je mee bezig bent?

Dat is dus, puur intuïtief. Ik werk puur intuïtief. Net zoals een schildpad zijn weg naar het strand weet om zijn eitjes te leggen, zonder dat ze ooit een predictor-stick in handen heeft gehad. Net zoals een groep vogels weet dat het tijd is om naar het zuiden te vliegen, terwijl ze geen kalender hebben. Zo weet ik en voel ik dat ik op bepaalde situaties in moet springen en dat ik daar iets bewerkstellig. Iets wat belangrijk is voor de eindtijd.

Hoe ik dat weet? Ik voel het. Ik ben hooggevoelig en ik volg mijn gevoel daarin nauwlettend. Ik screen mijn gevoelens en die van mijn omgeving continu als ik daarmee bezig ben. Dan voel ik daar iets in, dat kan iets hards zijn, dan weet ik dat ik mijn pendel daarop moet richten. Ik zwaai haar in de rondte en op een bepaald moment voel ik dat het weg is.

Daar heb ik geen bewijzen van. Dat kan ik niet meten, maar het is vrij duidelijk dat er iets gebeurt. Soms zwaai ik niet met mijn pendel, maar vraag ik andere krachten om hulp. Dan weet ik dat ik dit niet alleen kan. Hoe ik dat weet? Ik voel het. Ik moet op mijn gevoel vertrouwen, dat is het enige hoe je de zeeën van de energieën kunt bevaren. Je ogen en je oren zijn geen goede raadgevers hierin. Je gevoel wel.

Tegenwoordig is men enorm gefocust op diploma’s en kennis. Je moet voor alles een diploma hebben en anders ben je niks waard. Ze vragen mij, wie denk jij dat je bent, dat je dit soort dingen zomaar kunt?
Ik ben een wezen van de natuur met sterke intuïtieve eigenschappen die ik niet ontken. Ik volg ze nog dagelijks en diep ze uit. Ik leer van de natuur, ik leer van de energieën om me heen. Ik heb de universiteit des levens gevolgd, ze gaf me enkel geen bul. Dat doet de universiteit des levens ook pas als je dood bent. We volgen haar allemaal en ze is pas af in ons graf. Of wellicht pas na enkele levens. Ik ben ook nog niet uitgeleerd noch ben ik feilloos. Dat is niemand onder ons. Niemand onder ons is uitgeleerd en feilloos.

Zoals de één een talent heeft in tekenen, of in taarten bakken, of kleding ontwerpen. Zo heb ik een talent in het omgaan met energieën. Maandenlang werd ik geïnformeerd en getraind door wezens uit een andere dimensie. Het energetische leven. Dit waren gidsen, engelen, overledenen en heersers en mijn eigen opperbewustzijn en onderbewustzijn. Maandenlang heb ik heel intensief informatie doorgekregen en heb ik in de praktijk alles moeten leren door het te ondergaan.

Mijn nieuwsgierigheid naar het ontstaan van het leven en het nut van het leven hebben mij gedreven om op zoek te gaan naar antwoorden en ik heb heel veel antwoorden gekregen, maar nooit meer dan nodig was voor mijn doel. Ik weet dus ook niet alles. Ik heb geregeld te horen gekregen: “Die informatie heb jij niet nodig dina.” Prima!

Ik voel mij dus ook niet verheven boven andere mensen, ik voel mij een deel van hun. Zij hebben een andere taak in dit leven als ik. Dit is mijn pad en dat maakt mij niet beter of slechter. Het is een pad van hulpverlening, maar ook een pad van informatieverstrekking.

Informatie waar ik nog mee bezig ben om die goed vorm te geven. Zodat ze ook begrijpelijk is. Maandenlang intensief informatie doorkrijgen is niet in één notendop samen te vatten en ook ik struikel over mijn menselijke eigenschappen waarin ik dingen invul, het denk te weten en te stellig word in mijn uitspraken. Dus ook ik heb niet ‘dé’ waarheid in pacht. Ik kan slechts proberen om délen daarvan zo goed mogelijk over te brengen.

Informatie die ik probeer te onderbouwen met bewijzen, zodat duidelijk is dat ik ze niet zelf verzon, maar werkelijk heb doorgekregen. Sommige informatie maakt zichzelf gelijk aannemelijk. Je voelt ergens diep in je dat het klopt. Alsof iemand het je ooit al had verteld. Dan voel je herkenning. Misschien krijg je kippenvel, misschien raak je zo geïntrigeerd door de logica dat je voelt, ‘Ja, dit is niet verzonnen, op zijn minst zit er een kern van waarheid in’.

Die kern van waarheid, daar gaat het mij om. Niet om de volledige waarheid of de enige waarheid te presenteren. Die bestaat juist niet. Die heb ik dus ook niet in pacht. Maar er bestaat wel een algehele overeenkomstige waarheid en dat is de waarheid zoals we die met zijn allen kennen en overeengekomen zijn en afgesproken hebben met elkaar als zijnde een feit en niet meer een geloof.

Geloof is belangrijk, maar het zegt ook iets. Waarom geloof je iets wel of niet? Dat heeft ook een reden. Geloof je iets niet omdat je verkeerde informatie hebt gekregen? Of geloof je iets niet, omdat het niet haalbaar lijkt? Niet aannemelijk lijkt? Soms lukt het mensen om het onwaarschijnlijke waarheid te laten worden. Waar je niet in geloofde, lijkt ineens toch een feit. Dan moet je erkennen dat je ernaast zat. Dus ook waar jij in gelooft is niet altijd juist en daarom gaat het dus om de algehele overeenkomstige waarheid te bereiken en dat doen we met meerdere zielen.

Want elke ziel is een lichtfrequentie, en elke lichtfrequentie ziet het leven van een andere invalshoek. Een andere lichtval. Denk maar terug aan het getal 6 wat plat op de grond ligt. De ziel aan de ene kant ziet een 6 en aan de andere kant ziet ze een 9. Daar moet je dus niet om vechten, daar moet je de algehele overeenkomstige waarheid uit zien te halen. Dat kan niet met die 2 zielen alleen. De 1 ziet een 6 en de ander een 9. Er zijn er meerdere nodig om duidelijk te maken dat je soms een zes ziet en soms een negen en dat dit afhangt vanuit welke lichtval je het ziet. En zo ziet elke ziel alles vanuit zijn eigen lichtval en alleen met al die zielen bij elkaar kun je de waarheid het dichtst benaderen en gaan spreken van feiten. Toch zijn feiten enkel maar, datgene, wat wij hebben afgesproken met elkaar. Daarvoor zijn vaak concessies gedaan, maar de kinderen van de nieuwe tijd groeien op met deze feiten als waarheden en verliezen soms uit het oog dat er ooit een tijd bestond zonder die feiten, en kunnen een wereld zonder die feiten en overeengekomen waarheden niet meer begrijpen en geloven ze dan ook niet meer.

Maar echt, ze bestaat nog steeds en ons instinct is daarin een heel belangrijke raadgever. Ook zonder kennis kunnen wij weten en dat weten zonder kennis, dat noem je o.a. intuïtie.