Wij leven in de concrete wereld. Die wereld bestaat uit ‘feiten’. Die is hard geworden. De realiteit. Hier zijn dingen zoals ze zijn en die verander je niet zomaar meer.
Echter in het energetische leven is het anders. Als ik iemand bijv liefde geef, dan is dat een energie. Dat is niet iets concreets, dat is iets energetisch. Het is iets waarvan we weten dat het bestaat en het iets doet met degenen aan wie we het geven, maar het is niet iets concreets. Je kunt het niet vastpakken. Het laat zich ook niet meten. Het is een gevoel. Het energetische leven is dus een gevoelsleven. Het gevoelsleven hangt en staat om ‘beleving’. Hierom is het zo dat verschillende mensen, zaken uit deze energetische wereld, verschillend binnen krijgen. Het gaat immers niet om concrete en tastbare informatie die altijd hetzelfde is, maar het gaat om gevoelsinformatie welke voor beleving vatbaar is. Ik beleef iets en dat klopt, omdat ik het zo voel en beleef, maar iemand anders, beleeft het anders, maar dat klopt ook. Er zullen overeenkomsten zijn in onze belevingen, maar ook verschillen. De overeenkomsten brengen ons dichterbij ‘de’ waarheid en dat kan dan dus weer iets concreets worden. Dat bereik je dus nooit alleen.
Dan heb je het illusionaire niveau. Daar is het leven abstract. Dit is helemaal ongrijpbaar. Hier gaat het erom wat men gelooft wat waar is en wat niet. Want namelijk wat jij gelooft wat waar is en wat niet waar is, brengt iets teweeg in dat illusionaire niveau. Geloof is namelijk een krachtige energie, maar dat niet alleen. Jij gelooft het met een reden. Ook hier geldt, dat zaken niet concreet kunnen worden, als maar 1 iemand ze gelooft. Dit moet door meerdere zielen geloofd worden. Geloof is dus belangrijk. Pas als het door genoeg wezens geloofd wordt, dan wordt het energetisch en pas van daaruit komt het terecht in het concrete leven.
Op onze wereld werkt dat zo; Jij hebt een idee. Dat is iets abstracts. Het is een illusie. Het is een beeld in je hoofd. Dat is dus een illusie. Het bestaat namelijk niet en toch is het er. Je kunt het niet vastpakken. Je kunt ook niet bewijzen dat het er is. Dat idee ga je vervolgens uitwerken. Dat doe je omdat je gelooft in jouw idee. Je laat er andere mensen naar kijken of die ook in jouw idee geloven. Ze zullen in bepaalde onderdelen geloven en andere onderdelen zullen ze aan willen passen. Daar geloven ze niet in, of ze hebben daar een ander idee over. Samen kom je dan tot een concreet product.
Dat is logisch zal je denken, maar hoe logisch is het dan dat het héle leven zo tot stand gekomen is?
Het hele concrete leven? Alles om ons heen?
Alles wat in het klein gebeurt, gebeurt in het groot ook. Als jij niet gelooft in je idee, dan wordt het nooit wat. Waarom niet? Denk daar maar eens over na. Dan heb je gelijk het antwoord op de vraag, waarom geloof nu zo belangrijk is.
Geef een reactie